Reiskosten woon-werkverkeer

1. De werkgever treft een regeling voor de vergoeding van de kosten, voor de werknemer

    verbonden aan het eenmaal dagelijks heen en weer reizen van zijn woning

    naar  zijn werk.

2. De in lid 1 bedoelde regeling wordt niet vastgesteld of gewijzigd

    of ingetrokken dan met      

 

                                                                                                                                                                                                                                

    instemming vande ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging                                                                                      .

3. Indien de in lid 1 en 2 bedoelde regeling niet tot stand komt heeft de medewerker ter zake van het eenmaal

    dagelijks heen en weer reizen van zijn woning naar zijn werk tenminste recht op vergoeding van de reiskosten

    gebaseerd op de laagste klasse van het openbaar vervoer, alsmede de kosten voortvloeiend uit gebruik van brug,

    tunnel of veer, tot ten hoogste een bedrag van € 120,64 per maand per 1 januari 2009 en € 122,57 per maand

    per 1 januari 2010. Indien de medewerker ten gevolge van het uitvoeren van een gebroken dienst, als bedoeld in

    artikel 6:6 lid 8, meer dan eenmaal dagelijks heen en weer dient te reizen van zijn woning naar zijn werk heeft

    hij recht op vergoeding van de kosten van het heen en  weer reizen tussen de gebroken diensten.

4. Op de in lid 3 omschreven vergoeding komt in mindering een eigen bijdrage van de werknemer ad € 56,66

    per maand  per 1 januari 2009 en  € 47,57 per maand per 1 januari 2010. De vermindering door de eigen

    bijdrage vindt niet plaats over de kosten die zijn vergoed op grond van  de laatste zin van lid 3 ten aanzien

    van de kosten voor het woon-werkverkeer tussen gebroken diensten.

5. De werknemer die gedurende minder dan 5 dagen per week werkzaam is ontvangt de in lid 3 omschreven

    vergoeding  naar rato van het aantal werkdagen, waarbij de in lid 4 genoemde eigen bijdrage eveneens naar

    rato wordt verminderd.

6. Op verzoek van de werkgever dient de werknemer de bescheiden te overleggen op basis waarvan de

    tegemoetkoming kan worden vastgesteld.

7. De in lid 3 en lid 4 genoemde bedragen worden jaarlijks gelijktijdig met de wijziging van de vervoerstarieven van de

    NS met een zelfde (gemiddeld)  percentage aangepast.